In aanmerking te nemen zijn:
De brutobezoldigingen die regelmatig en ten minste om de maand worden toegekend vóór het einde van het belastbaar tijdperk waarin de ertoe aanleiding gevende bezoldigde werkzaamheden zijn verricht en mits zij door de onderneming op de resultaten van dat tijdperk worden aangerekend.
Zijn eveneens inbegrepen, op voorwaarde dat ze ook aan bovenstaande voorwaarden voldoen:
• de voordelen van alle aard die voor het gehele belastbare tijdperk gelden (autokosten, woonvoordelen, kosteloze leningen, …);
• kwartaalbijdragen RSVZ die door de vennootschap worden ten laste genomen;
• geherkwalificeerde huurinkomsten met betrekking tot maandelijkse huur;
• vakantiegeld en eindejaarspremies, indien vergelijkbaar met gelijkaardige vergoedingen aan gewone loontrekkenden.
Stemmen niet overeen met de voorwaarden en hoeven dus niet in rekening worden gebracht:
• tantièmes en toevallige of uitzonderlijke vergoedingen.
Zijn geen bezoldigingen en komen dus eveneens niet in aanmerking:
• dividenden,
• terugbetaalde kosten eigen aan de onderneming;
• toekenningen via de rekening-courant die niet (ten minste) om de maand als een bezoldiging worden geboekt.